Reserveren

Om de Heritage Days/Open Monumentendagen in de beste omstandigheden te laten verlopen wordt er voor sommige plaatsen en activiteiten gevraagd om vooraf te reserveren.

Reserveren kan vanaf 5 september 2024 online op deze website.

Infolijn op 14 en 15 september 2024, van 10u tot 17u: 02/432.83.00

Meer informatie…

Thema

NIEUW ERFGOED

Sinds 1989 zijn de Heritage Days/Open Monumentendagen een van de culturele evenementen waar duizenden bezoekers, of ze nu uit Brussel, Vlaanderen, Wallonië of het buitenland komen, reikhalzend naar uitkijken.

Voor deze 36e editie heeft Urban een thema gekozen dat, ondanks haar rijke erfgoed, nog weinig bekendheid geniet bij het grote publiek, de periode van 1970 tot 2000.

De Open Monumentendagen zijn een uitnodiging om te kijken naar een recent verleden, dat nog steeds zeer aanwezig is in onze dagelijkse werkelijkheid, en meer bepaald naar de stad die zich sinds de jaren 70 tot het begin van de 21ste eeuw heeft ontwikkeld en omgevormd. Opeenvolgende crises, die nog steeds een weerslag hebben, zorgden voor een halve eeuw aan ingrijpende veranderingen, maar brachten evenzeer een veerkrachtige stad met een specifieke materialiteit, waar we vandaag op kunnen terugvallen.

Dit thema “Nieuw Erfgoed” sluit aan bij ons beleid om mensen bewust te maken van de noodzaak om te informeren en na te denken over het verleden, om de toekomst beter te begrijpen. Het past ook in het thema “materialiteit”, dat de rode draad vormt die door de verschillende initiatieven van Urban in 2024 loopt. Dat thema wil ons aan het denken zetten over de relatie die we hebben met materiaal en onze omgeving en over de aard van onze relatie met architectuur.

We nodigen je uit om dit nieuw erfgoed te ontdekken, of het nu gebouwd, roerend, immaterieel of levend is, door middel van tal van rondleidingen en culturele activiteiten.

Naast die thematische locaties en activiteiten nodigt Urban je ook uit om enkele van de meest emblematische erfgoedlocaties van de hoofdstad (opnieuw) te ontdekken.

Dankzij mijn teams, de eigenaars en beheerders van de locaties en de verenigingen die in de praktijk actief zijn, kunnen we jullie dit jaar opnieuw een gevarieerd en goed gevuld programma aanbieden. Ik wil hen hartelijk bedanken voor hun inzet.

Ik wens jullie veel plezier met deze verrijkende ontdekkingen.

Bety WAKNINE,
directrice-generaal
Urban

 

Na de Tweede Wereldoorlog voerde Brussel resoluut een beleid van grote werkzaamheden uit, gekenmerkt door een functionalistische visie op stedenbouw en bevorderd door een gunstige wetgeving: het autogerichte beleid, de boom in de tertiaire sector met de dominantie van de International Style en gordijngevels ... En ondertussen werd Expo 58 volop voorbereid. Een optimistische consumptiemaatschappij die de welvaartsstaat consolideerde.

De werken aan de Noord-Zuidverbinding (1910-1952), de kleine ring (1957), de saneringsprojecten van de jaren 60 ten nadele van de bewoners (zoals het Manhattanplan voor de Noordwijk, of de aanleg van de Europese wijk), de bouw van de metro in de jaren 70 ... Al die ingrijpende veranderingen die bekend staan als de “verbrusseling” hebben een blijvende impact gehad op de stad. De gevolgen van die projecten brachten een golf van volksprotest met zich mee die zijn hoogtepunt bereikte in de “slag om de Marollen” aan het einde van de jaren 60. Er werden verschillende verenigingen opgericht die het erfgoed in de stad wilden beschermen en die pleitten voor een “terugkeer naar de stad” en een architectuur die niemand uitsluit. Voortaan zou er rekening moeten worden gehouden met de mening van de bewoners.

De oliecrisis van 1973 betekende het einde van een voortdurende groei (Les Trente Glorieuses) en het begin van een diepe economische crisis, een radicale breuk in de samenleving. De moderne beweging werd kritisch in vraag gesteld en de crisis zorgde voor de eerste energieprestatiemaatregelen in de bouwsector. De architectuur diende zichzelf opnieuw uit te vinden en te innoveren en is daar ook in geslaagd. In de jaren 70 doken alternatieven op voor een harmonieuzere aanpak, met een schaalverkleining, een terugkeer naar baksteen, een ecologisch bewustzijn en vooral gebruikersparticipatie.

Dat betekende echter niet dat de “verbrusseling” voorbij was! De internationalisering van Brussel (hoofdzetel van de EU, de NAVO en tal van multinationals), de federalisering en vervolgens de gewestvorming vereisten steeds meer m2 kantoorruimte. De Belgische glas- en cementindustrie boden nieuwe gestandaardiseerde producten aan die alomtegenwoordig werden in het stedelijke landschap: energiezuinige beglazing (luchtdicht, Stopray), architecturale betonnen prefabelementen die in tal van variëteiten konden worden toegepast (structureel, exoskelet, decoratief). Een aantal Brusselse architectenbureaus specialiseerden zich op dat gebied en waren elkaars concurrenten.

Onder de openbare voorzieningen(sociaal, cultureel, gezondheid, school, veiligheid, sport ...), woon- en kantoorgebouwen en privéwoningen zijn er blikvangers wat betreft hun architecturale uitdrukking: functionalisme (glas en aluminium), brutalisme (beton), vernaculaire architectuur (baksteen) ... Het postmodernisme van de jaren 80 en 90 wendde zich af van beton en herwaardeerde edele materialen zoals steen en marmer. De architecturale uitdrukking herinterpreteerde de normen van het verleden en probeerde op te gaan in het omringende stadsweefsel. High-tech en een zeker nieuw functionalisme hebben gedomineerd en standgehouden sinds de jaren 90, met bepaalde vormelijke en constructieve durf.

De gewestvorming in 1989 leidde tot de ontwikkeling van nieuwe stedenbouwkundige instrumenten om de kwaliteit van de gebouwde en landschappelijke stedelijke omgeving beter te beheersen: stadsvernieuwing door middel van wijkcontracten, burgerparticipatie door middel van openbare onderzoeken en overlegcommissies, en een noodzakelijk en efficiënt erfgoedbeleid, waarvan de Open Monumentendagen die sinds 1989 worden georganiseerd het visitekaartje zijn.

Nu er zoveel recente architectuur onze bebouwde omgeving vormgeeft, nodigt Urban je uit om na te denken over de plaats van dat Nieuw Erfgoed binnen de identiteit van het gewest en zijn historische en erfgoedvertegenwoordiging. Het populaire, openbare, participatieve en associatieve aspect van de Open Monumentendagen draagt volledig bij aan de erkenning van dit jonge erfgoed, dat soms weinig bekendheid geniet, maar zo rijk en divers is en getuigt van ons recente collectieve erfgoed; het erfgoed van morgen.

Jean-Marc Basyn, Urban

Ontdek de tijdlijn van stijlen en bewegingen in Brussel die verband houden met het thema